Jongeren uit omgeving van Umicore Hoboken hebben verhoogde loodwaarden in hun bloed: "Hebben meer gedragsproblemen en grotere kans op luchtweginfecties"
Jongeren die in de buurt wonen van metaalverwerkend bedrijf Umicore in Hoboken, hebben meer lood in hun bloed in vergelijking met de rest van Vlaanderen. Dat blijkt uit onderzoek bij 200 jongeren van 13 tot 17 jaar uit Hoboken, Hemiksem en Kruibeke.
"De jongeren hebben een grotere kans op luchtweginfecties en kampen meer met gedragsproblemen", aldus onderzoekster Elly Den Hond.
Schadelijk voor de gezondheid
Voor het eerst werden nu ook de loodwaarden bij jongeren uit de omgeving onderzocht. "De resultaten lagen in de lijn van de verwachting", aldus onderzoekster Elly Den Hond. "Bij arseen krijgen we een gemengd beeld, cadmium is lager dan in de rest van Vlaanderen, maar de loodwaarden liggen duidelijk hoger."
"Lood is schadelijk voor de gezondheid", gaat Den Hond verder. "Het vermindert de ontwikkeling van de hersenen, de jongeren hebben een grotere kans op luchtweginfecties en kampen met meer gedragsproblemen. Mensen gaan er niet meteen ziek van worden, maar het zijn belangrijke signalen die we moeten oppikken."
Handen wassen en tanden poetsen
Mensen die in de omgeving van de fabriek wonen, kunnen zelf ook maatregelen nemen. Daarom wordt onder meer aangeraden om voldoende de handen te wassen of de tanden te poetsen. "We vragen de mensen ook om regelmatig met nat te poetsen en om hun huis voldoende te ventileren", zegt Joris Moonens, woordvoerder van het departement Zorg.
Inspanningen Umicore
Ook bij Umicore hadden ze deze resultaten verwacht. "Er is duidelijk een impact van de nabijheid onze fabriek", klinkt het bij Johan Ramharter, verantwoordelijke voor de Umicore-fabriek in Hoboken. "Maar de laatste 20 jaar is er duidelijk een verbetering in de loodwaarden. We denken dus dat al onze inspanningen daartoe bijdragen."
Umicore is momenteel niet van plan om extra maatregelen te nemen. "Daar wordt voorlopig ook niet op aangestuurd door de stad of de Vlaamse overheid", besluit Ramharter. "We blijven samenzitten in een werkgroep waarin we deze resultaten en die van de halfjaarlijkse metingen bespreken." (VRTNWS)